- nach
- nach1〈bijwoord〉1 achterna♦voorbeelden:1 jemandem nach (müssen) • iemand achterna (moeten)¶ nach und nach • langzamerhand, geleidelijk (aan)nach wie vor • nog altijd————————nach2〈voorzetsel + 3〉1 naar 〈ook figuurlijk〉2 na 〈m.b.t. tijd〉3 na 〈m.b.t. plaats〉4 naar ⇒ volgens, overeenkomstig♦voorbeelden:1 nach dem Arzt schicken • de dokter laten komenein Fenster geht, liegt nach dem Garten • een raam ziet uit op de tuinnach Hilfe rufen • om hulp roepennach allen Richtungen • naar, in alle richtingennach jemandem rufen • om iemand roepen2 nach Christus, nach Christi Geburt • na Christusnach Wochen • weken daarna, lateres ist Viertel nach zehn • het is kwart over tien3 der mächtigste Herr nach dem Kaiser • de machtigste heer na de keizerSchritt nach Schritt • stap na stapeins nach dem andern • het een na het anderbitte, nach Ihnen! • na u!〈figuurlijk〉 etwas nach sich ziehen • iets tot gevolg hebben4 meiner Ansicht, Meinung nach • naar mijn mening, volgens mij〈culinaria〉 nach Art des Hauses • (à la) maisonnach Diktat schreiben • onder, volgens dictaat schrijvennach Farben ordnen • per kleur ordenennach Gebühr • naar verdienstenach dem Gedächtnis • uit het geheugennach dem Gefühl • op het gevoel (af)nach unserem Geld • in onze muntetwas nach Gewicht verkaufen • iets bij 't gewicht verkopender Größe nach • in volgorde van grootte〈formeel〉 nach Herkunft • van afkomstder Reihe nach • één voor één, om de beurtdem Sinn nach sagte er Folgendes • wat hij zei kwam op het volgende neerseiner Sprache nach • naar zijn taal te oordelenein Mann nach der Uhr • een man van de klok
Wörterbuch Deutsch-Niederländisch. 2015.